Filters toepassen | U kunt de kwaliteit van de afbeelding verbeteren door enkele visuele effecten toe te passen met behulp van filters. Het filter Verzachten zorgt ervoor dat de afbeelding wordt verzacht. Scherpe lijnen en randen worden uitgevlakt en de overgang tussen de kleuren wordt gelijkmatiger. Dit filter is handig voor het verwijderen van ruis op plaatsen waar sprake is van belangrijke kleurovergangen. U kunt het filter Verzachten eventueel gebruiken om een afbeelding te retoucheren. Door het filter Verzachten toe te passen, kunt u kleine oneffenheden zoals donkere stipjes verdoezelen. Het filter Scherpte is handig als u meer detail wilt weergeven in de afbeelding. Dit filter produceert het tegenovergestelde effect van het filter Verzachten. Met het filter Scherpte kunt u de contouren van een afbeelding verscherpen, een afbeelding scherpstellen en de weergavescherpte van de afbeelding verbeteren. Met het filter Effenen kunt u stippel- of rasterpatronen verwijderen die vaak ontstaan bij het scannen van afbeeldingen uit kranten en tijdschriften. Afhankelijk van de grofheid van het rasterpatroon kunt u verschillende gradaties voor het effenen gebruiken. |
| |
Als u filters wilt toepassen, klikt u in het venster Opties op Filters. Het tabblad Filters verschijnt dan. Op het tabblad Filters kunt u de hele afbeelding verzachten, verscherpen of effenen: | |
|