Werken met ScanThru

Vanuit het hoofdvenster van ScanThru hebt u op een snelle en eenvoudige manier toegang tot alle functies van ScanThru: afbeeldingen of documenten scannen, het effect van filters op afbeeldingen bekijken en/of toepassen en afbeeldingen verzenden naar een grafisch bewerkingsprogramma. U scant als volgt een afbeelding:
  1. Plaats de afbeelding op de glasplaat of plaats het document in de automatische documentinvoer.
  2. Selecteer de documentbron die u wilt gebruiken voor de scanbewerking.
  3. Bekijk de afbeelding of het document dat is gescand met een lage resolutie in het afdrukvoorbeeld.
  4. Pas de scaninstellingen aan, zoals het beeldtype, de resolutie en het documenttype.
  5. Schakel de kleuraanpassing in en stel de kleuraanpassingsparameters in, inclusief de selectie van de vereiste rendervoorkeur en het kleurprofiel.
  6. Pas de afbeeldingskleuren aan, waaronder de instellingen voor helderheid, contrast, gamma, highlight en schaduw.
  7. Bekijk het histogram en specifieke informatie over het geselecteerde histogramkanaal.
  8. Pas filters toe om de contouren van de afbeelding te verscherpen of de afbeelding te retoucheren. Ook kunt u afbeeldingen die zijn gescand uit kranten of tijdschriften van hun rasterpatroon ontdoen.
  9. Pas de weergave van de afbeelding aan, bijvoorbeeld door de afbeelding te spiegelen en/of te draaien.
  10. Scan de afbeelding met de instellingen die u hebt opgegeven.
  11. Stel de scanvoorkeuren in om scanparameters beschikbaar te maken voor de eerstvolgende keer dat u de scanner gebruikt.
  12. Sla favorieten op zodat u deze kunt gebruiken tijdens het scannen van documenten of afbeeldingen.

Werken met ScanThru